Barok orgel Prytanée Frankrijk
Een barokorgel met klanken die goed aansluiten op de Midden-Duitse klanken, is het orgel uit 1640 in de Prytanée in Frankrijk. Het orgel van de sample set komt vrijwel geheel overeen met het Couperin-orgel van de Vrije Universiteit in Amsterdam.
Het orgel in de Prytanée speelt op een zeer lage winddruk in een kerk met een uitstekende akoestiek. Dit principe is vooral gebruikelijk in Italië; door de winddruk laag te kiezen zijn de klanken ontspannen. De prachtige akoestiek zorgt er voor, dat de klanken overal in de grote ruimte gelijkmatig zijn te horen. Er is geen sample set waarvan de klanken zonder enige aanpassing zo ontspannen en mild klinken. Toch heb ik door de samples te intoneren de klankschoonheid nog flink kunnen verbeteren. Het resultaat was verrassend; van elke toon kwam het karakter nu duidelijk naar voren. De details van het aanspreken en de toonvorming zijn volmaakt te horen, beter dan ik het ooit in een sample had gehoord.
zie Orgel Prytanée
Rudolf Janke-orgel in Bückeburg
De orgelbouwers gebruikten het herontdekte ambacht om nieuwe orgels te bouwen. De klanken van de nieuwe orgels van Jürgen Ahrend kwamen overeen met de historische klanken.Met kennis van het historische orgelmakersambacht bouwen hedendaagse orgelbouwers nieuwe orgels gebouwd.
Zo heeft zijn collega Rudolf Janke voor de Stadtkirche van Bückeburg een orgel in historische stijl gebouwd. Dit orgel is nieuw, maar de klanken hebben alle kenmerken van de Midden-Duitse barokstijl. Rudolf Janke toont dat hij de ambachtelijke wijze van orgelbouwen beheerst.
De verfijnde intonatie van Rudolf Janke werd door experts hoog gewaardeerd. Naast transparante helderheid bezitten de klanken diepe Gravität. Dat is goed hoorbaar in de fluitregisters bij het spelen van de Triosonates van Bach. zie Orgel in Bückeburg
Authentiek Noordduits Barockorgel in Lüdingworth
Antonius Wilde bouwde het orgel in 1598 voor de St. Jacobikerk in Lüdingworth dat later door Arp Schnitger met een Rugwerk werd uitgebreid. Een goede Gravität en een zangrijke helderheid zorgen voor hier een vocale klank. De menselijke stem is de maatstaf en de boventonen vormen een Formant; dat is een kleuring door een groep boventonen die per toonhoogte gelijk blijft, zoals een klinker die herkenbaar blijft ongeacht de toonhoogte.
zie Schnitger-Wilde orgel
In goed overleg met Wim de Borst van Sonarte in Capelle aan den IJssel is mijn orgel ontworpen en gebouwd. Mijn wens was een orgel waarmee ik Hauptwerk Sample Sets van topkwaliteit kan intoneren tot klanken die volledig overeenkomen met de oorspronkelijke pijpklanken. Omdat de opnamen digitaal zijn opgeslagen worden ze door een Digitaal-Analoog Converter van de Reference-klasse omgezet naar hoorbare klanken. Deze DAC is gekozen om elke kans op vervorming uit te sluiten.
Duizenden pijpen heb ik als orgelbouwer ontworpen, gesoldeerd en geïntoneerd naar de klanken die ik mij van die pijpen had voorgesteld. Elke pijp produceert na het aanblazen een uiterst complexe, steeds wisselende golfvorm. De toon is beweeglijk en de klank varieert voortdurend met fluctuaties die zich nooit herhalen. Het klinkt levendig zoals alle tonen die door muziekinstrumenten worden opgewekt.
Het op korte afstand horen van pijpen is een essentiële eis om ermee te kunnen musiceren, zoals dat geldt voor alle muziekinstrumenten. Een speler hoort een viool, een hobo, een fluit op korte afstand. Bij een orgel ontstaat de toon door het indrukken van de toets, waardoor ik die direct hoor en me inspireert de volgende toets te kiezen. Zo ontstaan intervallen die melodieën worden en mijn gevoel in klanken uitdrukken.
Om een orgel te leren kennen speel ik nooit bladmuziek. Dan worden de klanken gedwongen een stramien te volgen, dat niet voor dat orgel is bedacht. Mijn vingers op de toetsen vinden de klanken die me inspireren de klankschoonheid van het orgel te ontdekken.
Mijn wens voor de bouw van dit orgel was een optimale audio. Elk onderdeel is gericht op de beste weergave van de klanken van pijpen. Geen registertrekkers die de ideale plaats voor de luidsprekers innemen, geen kast die de uitstraling van de luidsprekers hindert en zeker geen opzichtige speeltafel met geprojecteerde registernamen.
Twee kanalen voor de stereo weergave met luidsprekers van de high-end klasse komen het beste overeen met een pijporgel, waar de klanken in de orgelkast worden gemengd om als één bron van klanken hoorbaar te worden. Lage frequenties komen uit een luidsprekersysteem waarvan het ontwerp is geïnspireerd op een houten Subbaspijp. De klanken worden fluweelzacht maar met een grote intensiteit weergegeven. Op deze wijze wordt Graviteit aan de bassen verleend.
![]() |
![]() |
![]() |
![]() |
![]() |
![]() |
![]() |
![]() |
![]() |
![]() |
![]() |
![]() |
![]() |
![]() |
![]() |
![]() |
![]() |
![]() |
![]() |
![]() |
![]() |
![]() |
![]() |
![]() |