In de tweede helft van de vorige eeuw groeide het besef bij de orgelwetenschappers en orgelbouwers, dat de kunst van het orgelmaken geheel verloren was gegaan. De enige mogelijkheid om het opnieuw te ontdekken was een grondige bestudering van barokorgels die hun oorspronkelijke vorm hadden behouden.
Groningen en de Ommelanden vormden daarvoor een ideaal gebied. In de 17e eeuw schonken veel rijke boeren een orgel aan de kerk. Nergens zijn zoveel barokorgels gebouwd dan in dit gebied. Later was er geen geld meer om de orgels naar nieuwe ideeën om te bouwen of te vervangen. En zo was er een waardevol referentiepunt ontstaan om de oude stijl te herontdekken.
Baanbrekend werk werd gedaan door de orgelwetenschapper Cornelius H. Edskes in Groningen. In een jarenlange studie heeft hij de historische orgels die hun oorspronkelijke staat hadden behouden, intensief onderzocht. Het zijn niet alleen de pijpen, maar ook de hele samenhang tussen pijpen, balgen, ventielen, windlades, klavieren en de speelmechaniek plus de uitstraling van de orgelkast die de klanken van het orgel bepalen.
Na een grondig onderzoek van de hele constructie stelde Cor Edskes vast, dat het beslist mogelijk was om de desastreuze verbouwing van 1939 terug te draaien. Het orgel kon worden teruggebracht in de staat van het historische barokorgel dat altijd was geweest. Het zou een ambitieus en arbeidsintensief werk worden en het uiterste vergen van de kundigheid van een orgelbouwer om dat uit te voeren. Hoe de restauratie moest worden uitgevoerd beschreef hij in een minutieus uitgewerkt plan.
Een bijzonder verhaal is de Speelfluit 4'. Het uit 1542 stammende register heeft Van Oeckelen verwijderd, behalve de gis1 die door een medewerker van het stadhuis was meegenomen. Een conische pijp met een kleine trechter aan de bovenkant en een milde klank. Later is dit pijpje in het Groninger museum bewaard. De pijp werd afgestaan aan Cor Edskes die het register op basis van deze pijp heeft berekend.
Voor hem stond vast dat slechts één orgelbouwer daartoe in staat was: Jürgen Ahrend in Leer, Loga Duitsland. Er was geen enkele orgelbouwer die meer kennis had van de orgelbouwkunst van vroeger eeuwen en die de vaardigheid bezat om elke pijp in zijn oorspronkelijke klankidioom te intoneren.
Cor Edskes en Jürgen Ahrend onderzochten elk onderdeel van het orgel om het terug te brengen in zijn oorspronkelijke staat. Cor Edskes schreef een gedetailleerd werkplan en Jürgen Ahrend durfde het aan dit plan uit te voeren. Door hun gezamenlijke inspanning
kreeg het Martini-orgel weer de plaats die het ooit had, het magistrale Barokorgel met Gotische en Renaissance kenmerken, uniek in Nederland.
De restauratie van het orgel gebeurde in twee fases. In 1976 werd het Rugwerk gerestaureerd. Het doel was de reconstructie van de mechanische tractuur, de bouw van een nieuwe balg en de restauratie van de windlades. De reconstructie had de situatie van het jaar 1740 als uitgangspunt. Toen had Anthonie Hinsz, leerling van Schnitger, het orgel in perfecte staat gebracht.
Daarnaast bleven enkele registers van Lohman van Van Oeckelen behouden. In 1984 is de tweede fase uitgevoerd.
De prachtige resonans van oude pijpen is altijd behouden gebleven. De oudste pijpen zijn meer dan 500 jaar geleden door Johan then Damme gemaakt. In de eeuwen daarna hebben verschillende orgelmakers registers toegevoegd. Bij de restauratie zijn alle pijpen door Jürgen Ahrend geïntoneerd, hij verstond de kunst om de in vroeger eeuwen door verschillende orgelmakers gemaakte pijpen, hun eigen klank terug te geven en toch harmonieus te laten samenklinken. Hij gaf het orgel zijn signatuur evenals Arp Schnitger dat in 1692 had gedaan.
Dezelfde situatie had ik aangetroffen bij het Schnitger-orgel in Norden (Dld) waar Jürgen Ahrend drie stijlen van vroegere bouwers had samengevoegd. Ik heb uren op dat orgel gespeeld en hoorde de goed te onderscheiden verschillen tussen de Prestanten van Andreas de Mare, Edo Evers en Arp Schnitger. Toch blijkt bij het samenvoegen van deze registers dat er een harmonieuze eenheid klinkt.
De huidige klank van het Martini-orgel is door Jürgen Ahrend bepaald, in een eendrachtige samenwerking met Cor Edskes. De bijzondere eigenschappen van vijf eeuwen orgelkunst, samengevoegd in één orgel maakt het tot een uniek instrument.
er bestaat geen historisch orgel met zo'n breed klankenpalet
Jürgen Ahrend is erkend als de beste orgelbouwer van deze tijd. Bij het Martini-orgel voegde hij vijf eeuwen orgelbouwkunst samen tot een monumentaal orgel met een imponerend karakter.
Het ontspannen en kleurrijke karakter van de pijpklanken heeft hij met zijn intonatie bereikt.
Twee grootmeesters die de basis legden voor volgende generaties
In de 19de eeuw werd het orgel aangepast aan de veranderende stijlinzichten. De orgel makers Nicolaus Lohman en daarna Petrus van Oeckelen brachten wijzigingen aan in de registers en breidden het orgel uit tot 52 registers. De klanken waren aangepast aan de stijl van die tijd, maar die verschilde niet in grote mate van de barokstijl.
In 1939 werd het orgel gemoderniseerd en voorzien van een elektrische speeltafel. Historisch normbesef moest het afleggen tegen het pronken met een nieuwerwetse waanzin. Dr. Gustav Fock en George Stam, beiden kenners van de orgelbouwkunst van Arp Schitger, hebben er krachtig op aangedrongen deze rampzalige verbouwing niet uit te voeren. Helaas gaf de Nederlandse Klokken- en Orgelraad toch aan De Koff de opdracht het orgel naar hun moderne opvattingen te verbouwen.
Wanneer de windstroom uit de kernspleet meer naar buiten wordt gericht en tegelijk het bovenlabium naar voren wordt getrokken, ontstaan er meer boventonen en dat geeft een kleurrijke klank. Het verschil tussen een ontspannen en een geforceerde klank is te horen bij het blazen tegen de rand van een fles. Wanneer de goede hoek is gevonden zal een mooie, diepe toon klinken die niet veel inspanning kost.
Deze klankrijkdom vond Jiri Zurek zo opvallend, dat het hem stimuleerde de klanken zo gedetaileerd mogelijk in de samples op te slaan. De microfoons plaatste hij zo dicht bij de pijpen, dat het karakter niet werd versluierd door reflecties van de akoestiek.
Voor de akoestiek volgde hij een andere weg door deze met de Impulse-Response techniek op te nemen. zie: Sonus Paradisi
Het orgel in de Martinikerk van Groningen heeft de faam tot de mooiste orgels van de wereld te behoren. Om deze schitterende klanken door een Hauptwerkorgel te kunnen weergeven zou een sample set aan de hoogste eisen moeten voldoen. Jiri Zurek heeft er bijna een jaar intensief aan gewerkt en is er volledig in geslaagd de klankschoonheid in de sample set vast te leggen. Nooit eerder is er van een orgel een set gemaakt die zo realistisch de klanken van de kerk in huiskamer laat horen.
In Groningen ben ik opgegroeid in de omgeving van dit orgel en de klanken ervan heb ik goed leren kennen. Ik vind het fantastisch dat ik nu in mijn huiskamer met deze klankrijkdom kan spelen. Het volume heb ik aangepast tot een passend niveau voor de huiskamer. Omdat het volume aanmerkelijk lager is dan in de kerk verschuiven de verhoudingen, maar door de registers te intoneren klinken ze weer als in de kerk. Het staat uitvoerig in mijn boek beschreven en 200 foto's tonen de standen van de regelschuiven die de klanken in volle glorie laten horen. Mijn Hauptwerkorgel biedt een ruime keuze aan sample sets, maar ik heb een bijzondere voorkeur voor het orgel van de Martinikerk.
Mijn ervaring als intonateur van pijpen heb ik toegepast op het intoneren van samples. Vooral de tongwerken vergen uiterst zorgvuldige instellingen. Vaak bracht een minimale correctie precies de verfijning die ik nastreefde.
De Hautbois 8' klinkt schitterend als de serene klank van een Oboe d'amore
De historie van het orgel in de Martinikerk begint 570 jaar geleden, toen Meester Hermannus in 1450 een orgel op een nieuwe galerij bouwde om het voorgaande orgel te vervangen. Achttien jaar later is de toren ingestort en hoewel het orgel niet was geraakt, moest het worden gedemonteerd om het herstel van de kerk mogelijk te maken.
Johann then Damme uit Appingedam heeft het orgel in 1482 weer opgebouwd en uitgebreid met een rugwerk. De adviseur was de humanist Rudolphus Agricola. Zijn naam is te zien op de cartouche onder de Rugpositief.
Het orgelfront vermeldt het jaar 1542 en toen de het gotische orgel werd omgebouwd in Renaissance stijl door een kundige orgelbouwer, maar zijn naam is niet gedocumenteerd. Tegelijkertijd werd het orgel uitgebreid met een Bovenwerk. Het gotische kader voor de orgelkast is echter bijna volledig bewaard gebleven. Verdere toevoegingen werden gemaakt rond 1564 door Andreas de Mare en in 1628 door Anthoni en Adam Verbeeck. Van 1685 tot 1690 voerde Jan Helman uitgebreide werken uit, zoals balgen, klavieren en springlades voor de hoofdwerk en de pedaal, maar hij stierf in 1690 zonder het werk te hebben voltooid.
De kerkbestuur nam vervolgens contact op met Arp Schnitger, die het werk voltooide in 1692. Hij bouwde twee grote pedaaltorens aan beide zijden van het orgel en plaatste de pijpen van de Prestant 32’. De grote pijpen werden gemaakt in de kerk, waar de scheepsmasten werden gebruikt metaal rond te buigen. De legering voor de pijpen had een hoog loodgehalte. Schnitger bouwde ook drie tongwerk registers, een nieuwe windlade voor het bovenwerk en hij verlaagde de toonhoogte door de pijpen één stap te verplaatsen. Alle pijpen werden geïntoneerd in de stijl van Arp Schnitger. Hij gaf er zijn signatuur aan en daarom is het wel gerechtvaardigd om het orgel een Schnitger orgel te noemen.
Het Schnitger-orgel van Norden heeft dezelfde ontspannen klanken en ook andere orgels van Jürgen Ahrend, zoals het orgel van Joure, heb ik leren kennen als orgels met bijzonder aangename klankeigenschappen. De pijpen van zijn orgels zijn stabiel en hoeven nooit te worden gestemd. Het orgel van Joure zou na 10 jaar een stembeurt nodig hebben; maar het enige dat toen is gebeurd, was met een stofzuiger het stof van de kernen verwijderen en de stemming was weer volmaakt in orde.
De klanken in de samples zijn zoals in de Martinikerk, maar hebben wel een intonatie naar de kleinere ruimte van een huiskamer nodig. Door de grote gelijkmatigheid van de samples is het intoneren van de samples gemakkelijk uit te voeren
In mijn boek Martinikerk Groningen - Klankschoonheid van een Huisorgel toon ik hoe dat kan
De klanken van het orgel in de Martinikerk zijn met grote zorgvuldigheid in de sample set opgenomen. Het is de beste set die ooit van een orgel is gemaakt.
In een boek over het orgel laat ik een verfijnde intonatie zien om de klanken in de huiskamer precies hetzelfde te laten klinken als de klanken in de kerk.
Het boek wordt gratis toegestuurd als het met
naam, e-mail adres en volledig postadres
wordt aangevraagd.
stuur een mail naar: John Boersma
![]() |
![]() |
![]() |
![]() |
![]() |
![]() |
![]() |
![]() |
![]() |
![]() |
![]() |
![]() |
![]() |
![]() |
![]() |
![]() |
![]() |
![]() |
![]() |
![]() |
![]() |
![]() |