Pijpen hebben karakteristieke eigenschappen
De opnamen die in de samples zijn opgeslagen zijn tonen van goed geïntoneerde pijpen. Om de karakteristieke klankeigenschappen te kunnen opslaan, moeten microfoons dicht bij de pijpen staan. Door de korte afstand zijn de tonen goed en zonder nagalm te horen. Het is een DRY sample.
Met microfoons op grotere afstand gaat het niet om de klanken, maar om de akoestiek van de kerk over te brengen met een WET sample. Sinds Hauptwerk dit heeft vervangen door Impulse Response opnamen die dat volmaakt doen, hebben WET samples geen zin meer.
Soms is de akoestiek zo goed dat er, ondanks een microfoon op korte afstand toch wat nagalm is te horen. Deze sample wordt semi-DRY genoemd, maar het karakter van de toon is wel in de sample aanwezig en kan bij het intoneren meer naar voren worden gehaald door de Boost regelaar.

Intoneren van de samples is absoluut noodzakelijk!
DRY samples zijn opnamen van pijpen van het orgel in de kerk. De microfoons die op korte afstand van de pijpen zijn geplaatst, nemen van elke pijp de toon op met alle eigenschappen die karakteristiek zijn voor deze toon. Het volume van de toon is hoog, passend bij de grote ruimte van de kerk en in deze vorm wordt de toon in de sample opgeslagen.
Volume verlagen
Wanneer de sample in het Hauptwerkorgel wordt gebruikt, moet dat volume worden verlaagd naar het niveau van de huiskamer, maar omdat een verlaging sterker werkt op de hoge dan op de lage tonen, klinkt de toon anders dan in de kerk. Een orgelbouwer ervaart het ook, wanneer hij het orgel demonteert en in een andere kerk weer opbouwt. De pijpen moeten opnieuw worden geïntoneerd, om in een andere ruimte dezelfde klanken te laten horen.
Intoneren
De tonen uit de samples moeten ook worden aangepast om in de huiskamer de klanken te horen, zoals die in de kerk hebben geklonken. Voor mij als intonateur van pijporgels, is dat een bekende werkwijze. Het intoneren van pijpen vergt een grote vakkennis, maar hoewel het aanpassen van de samples ook intoneren heet, is het veel eenvoudiger. De pijpen in de kerk waren immers al perfect en het Hauptwerkorgel moet die klanken op een lager volume met dezelfde intensteit weergeven. Voor de aanpassing aan de huiskamer heeft Hauptwerk ruime mogelijkheden.
Regelschuiven
De standen van de regelschuiven heb ik gefotografeerd en kunnen door elke organist op zijn eigen orgel letterlijk worden overgenomen. De verschillen tussen de weergave van mijn luidsprekers en de luidspekers van een ander orgel zijn te horen als een als een onregelmatig verloop van de volumes per toets. Dat is per toets te gemakkelijk te egaliseren en heeft bij deelnemers aan de proef geen problemen opgeleverd.

Articulatie
Het karakter van de klank is afhankelijk van de manier waarop een pijp aanspreekt. Het is de articulatie die de organist nodig heeft voor zijn muzikale expressie. De toon moet enigszins agressief beginnen, waardoor het begin van de toon een accent laat horen.
De Articulatie verschilt naar de aard van het register, een Prestant begint anders dan een Holpijp of een Fluit. Het is belangrijk om articulatie en karakter goed in de samples vast te leggen. Door het intoneren kan het karakter dat in de huiskamer door het lagere volume te zwak wordt weergegeven, weer naar voren worden gehaald.
Wanneer het volume voor luide klanken sterk is verlaagd zal een register met zachte klanken niet meer hoorbaar zijn. Daarom moeten de verschillen tussen luide en zachte registers minder groot worden gemaakt. De dynamiek van de kerk wordt aangepast aan de dynamiek van de huiskamer.

Gebruik altijd DRY samples
Mijn intonaties zijn altijd bedoeld voor DRY samples. Alleen deze samples geven weer wat een organist in de kerk hoort. Hij (zij) speelt op korte afstand van het orgel en vandaar uit begint de nagalm tot de volle klank overal in de kerk hoorbaar en daana uitsterft.
Dat geeft volheid aan de klank zonder dat de melodielijnen door elkaar lopen. De organist heeft met de muziek iets te vertellen en net als bij het gesproken woord moet het verstaanbaar blijven.
De sample sets van Helmut Maier (Organ Art Media) worden opgenomen met microfoons in een kunsthoofd, een techniek van 60 jaar geleden. Met zijn methode worden de karakters van de pijpen niet in de samples opgeslagen. Sample Sets van Helmut Maier heb ik om deze reden uit mijn orgel verwijderd.
De sample sets van Piotr Grabowski zijn om dezelfde reden niet bruikbaar. Beide sample makers heb ik mijn argumenten laten weten, maar ze achten hun producten boven alle kritiek verheven en zijn niet bereid daarover te discussiëren. Beiden maken geen Impulse Response opnamen in de kerken van hun sample sets, zodat convolutiegalm niet beschikbaar is.
Sample Sets met de beste weergave van het oorspronkelijke orgel
Martinikerk in Groningen
Bij barokorgels gaat mijn voorkeur in de eerste plaats uit naar de sample set die Jiri Zurek van Sonus Paradisi heeft gemaakt van het orgel in mijn geboorteplaats Groningen. Het is de beste sample set die er ooit is gemaakt,
Schnitger-orgel
in Lüdingworth
De klanken zijn hier goed in de samples vastgelegd, maar voor de huiskamer is aanpassing nodig. In mijn boek over het orgel in Lüdingworth staan de vereiste handelingen beschreven.
Prytanée-orgel
Een bijzonder goede weergave van de kerkklanken is te horen in deze sample set. Zonder te intoneren is de weergave in de huiskamer al goed. De winddruk is dan ook gelijk aan de winddruk die pijpen in een huisorgel krijgen.
Toch heb ik door wel te intoneren nog aanmerkelijk betere klanken verkregen.
Bückeburg orgel van Rudolf Janke
Hij bouwde een orgel naar historische barokke principes. Het is een reconstructie van het Esaias Compenius orgel uit 1617 voor de stadskerk van. De hedendaagse orgelbouwers hebben geleerd hoe ze de specifieke eigenschappen van het oude ambacht weer kunnen toepassen. Het orgel in Bückeburg laat de barokke klanksfeer horen zoals we die van gerestaureerde historische orgels kennen. De sample set die Jiri Zurek hiervan heeft gemaakt geeft de klanken weer zoals ik die in Bückeburg bij mijn eigen bespeling heb gehoord.
Voor weergave in de huiskamer is wel een goede intonatie nodig. Het orgel in de kerk is gebouwd volgens het Werkenprinzip met de daarbij horende grote verschillen tussen de drie werken. Die verschillen moeten voor de huiskamer worden gecorrigeerd.
Over de intonatie verwijs ik naar mijn boek Klanken in de Huiskamer dat gratis wordt toegestuurd als het volledig adres wordt aangevraagd. Vermeld ook dat het voor het orgel van Bückeburg wordt gebruikt.
De voornaamste opties om de samples te intoneren zijn :
Nr 2 All perspectives: overall: amplitude (dB).
Nr 4 All perspectives: overall: brightness (dB).
Nr 5 All perspectives: overall: tremulant mod: pitch (pct).
Nr 6 All perspectives: overall: tremulant mod: amplitude (pct).
Nr 40 Output persp 1 (front 1/main): lo/hi EQ: transition freq (kHz; retrigger).
Nr 42 Output persp 1 (front 1/main): lo/hi EQ: high freq boost (dB; retrigger).