Zacharias Hildebrandt was een leerling van Silbermann die zijn eigen voorkeur voor klanken ontwikkelde. Iets minder gepronceerde Helderheid en meer Gravität (draagkracht) voor de grondtoon gaf meer zeggingskracht aan de klanken. Omdat hij Silbermann niet overtuigde nam hij ontslag en startte een eigen orgelmakerij. Johann Sebastian Bach was het vaak niet eens met de klanken van Silbermann. Hildebrandt maakte orgels waarvan de klanken vooral door Johann Sebastian Bach werden gewaardeerd. Het Zacharias Hildebrandt-orgel in Naumburg was zijn opus magnus. De keuring werd gedaan door Bach en Silbermann en het orgel werd beschouwd als Meesterkunst in orgelbouw.
Hildebrandt en Silbermann gingen weer samenwerken en bouwden het orgel voor de Hofkirche in Dresden, met Bach als adviseur. Silbermann had het ontwerp gemaakt, maar de praktische uitvoering was in handen van Hildebrandt. Door het plotseling overlijden heeft Silbermann de voltooing niet meer mee kunnen maken. De intonatie is gedaan door Zacharias Hildebrandt waarbij de klanken werden beoordeeld door Bach.
De normen voor de orgeltonen liggen in de verhouding tussen Gravität, Helderheid en Poëzie (Lieflijkheid). De meeste orgels laten wel een goede verhouding tussen Helderheid en Lieflijkheid horen, maar slechts weinig orgelbouwers weten de Gravität te bereiken.
Slechts een beperkt aantal Sample sets zijn er gemaakt van orgels die de Gravität goed weergeven. Nog beperkter zijn er Hauptwerkorgels die de Gravität goed laten horen. Gewoonlijk is er teveel bespaard op een Audioweergave om de diepe grondtonen op de goede manier weerte geven, niet luid maar meer voelbaar dan hoorbaar.
Het orgel dan Munetaka Yokota heeft gebouwd is gebaseerd op de klanken van het orgel in de Hofkirche van Dresden. Voor klanken van Silbermann is zijn kennis te vergelijken met die Jürgen Ahrend en Cor Edskes voor de klanken van Arp Schnitger.
Veel deelnemers aan het GO-Art project in Göteborg heeft hij kunnen overtuigen van zijn diepe inzicht in deze klankkleuren.
Präludium en Fuga a-moll / BWV 551
Fantasia C-Dur / BWV 570
Fantasia h-moll / BWV 563
Fuge c-moll / BWV 574
Fuge c-moll / BWV 575
Präludium Trio en Fuga C-Dur / BWV 545
Präludium E-Dur / BWV 566
Präludium G-Dur / BWV 568
Präludium en Fuga C-Dur / BWV 531
Präludium en Fuga c-moll / BWV 549
Präludium en Fuga e-moll / BWV 533
Präludium en Fuga G-Dur / BWV 550
Präludium en Fuga g-moll / BWV 535
Toccata en Fuga d-moll / BWV 565
Het twee-manualige orgel van de Chico State University (Californië) werd met mechanische tractuur gebouwd door Munetaka Yokota volgens de esthetische en ambachtelijke principes van Gottfried Silbermann. Het bijzondere en unieke aan het instrument is de manier waarop het gebouwd is.
David Rothe, de muziek- en orgelleraar aan de universiteit sinds 1968, ontmoette Munetaka Yokota toen hij een leerling was van John Brombaugh en die twee samen hadden besloten om orgels te bouwen in de stijl van de orgelbouwers uit de baroktijd. Vervolgens werd Munetaka Yokota, dankzij de inspanningen van David Rothe, voor meerdere jaren door de universiteit aangenomen als "artist in residence".
Op deze wijze kwam Munetaka Yokota in 1984 in de universiteit van de kleine stad Chico zonder een team van getrainde vakmensen en zonder materialen. Hij rekruteerde vrijwilligers uit het studentencorps en de universiteitsmedewerkers als zijn assistenten en trainde hen in het ambacht van de historische orgelbouwers rond 1700.
De stad Chico schonk genoeg hout van de Hooker Oak om het pedaalbord en de bank te bouwen, terwijl lokale houtbedrijven hout bijdroegen voor de kast van het orgel. De universiteitsboerderij schonk scheenbeenderen van koeien om als toetsbeleg te gebruiken voor de wite ondertoetsen. De werkplaats van de kunstafdeling goot platen orgelmetaal van tin en lood voor de pijpen van Yokota's orgel in de Silbermann-stijl. Zo ontstond een orgel met de klankkleur en de stijl van Silbermann
In de Neue Kirche in Arnstadt kreeg Johann Sebastian Bach op 18-jarige leeftijd zijn eerste baan als organist. De kerkenraad van Weimar had de jonge, getalenteerde musicus naar Arnstadt gestuurd en het kerkelijk comité, opgetogen over zijn bekwaamheid, bood hem onmiddellijk de functie van organist aan. Hij vervulde die functie van 1703 tot 1707. Onder zijn advies bouwde Johann Friedrich Wender in 1703 een nieuw orgel. Een deel van de huidige pijpen uit het plenum is goed bewaard gebleven en vormt het voorbeeld van de intonatie van pijpen naar de voorkeur van Bach.
Toen ik in 1990 het orgel kort na de val van de muur leerde kennen en de zeven nog originele registers bespeelde, was ik verrast door intense aanspraak en de zangrijke klanken. Geïnspireerd door deze klankkleuren schreef Bach minstens veertien grote werken en er is geen beter orgel om deze werken te studeren en daarbij de levendige virtuositeit van de jonge Bach te ondergaan. De opvallende klankeigenschappen zijn gedetaillleerd in de samples opgeslagen en in mijn huiskamer hoor ik nu het orgel in de bijzondere stijl van de Midden-Duitse barok, zoals ik die Arnstadt heb leren kennen.
Oberwerk en Brustwerk) zijn in één kast ondergebracht. Het Oberwerk biedt maar liefst 6 achtvoets registers, een sprankelende Principal 8', Quint 6', Octaaf 4, Mixtuur, Cymbel en Trompet. Het Brustwerk heeft 7 registers. Bijzonder is de lieflijk klinkende Nachthorn 4' een wijd gemensureerde fluit met een smal labium. Hoewel het orgel weinig aliquoten biedt, zijn er veel mogelijkheden om de klank te kleuren met een groot kleurbereik in de verschillende basisregisters van wijde, normale en enge mensuren. Het Pedaal is beperkt tot 4 registers, inclusief een solo tongwerk Cornet 2'.Orgelbau Otto Hoffmann in Ostheim maakte in 1999 de windladen, de mechaniek en alle andere binnenwerk in een gedetailleerde reconstructie van het Wender-orgel. Hoffmanns werk werd uitgevoerd volgens de oorspronkelijke overeenkomst van de kerk met Wender uit 1699. Enkele ontbrekende registers werden gereconstrueerd naar hedendaagse voorbeelden; Posaune en Trompet naar Lahm (Herbst, 1728), Cornet naar Abbenrode (Contius, 1708). In de werkplaats van Orgelbau Hoffmann heb ik geleerd hoe ik metalen pijpen kon maken in de stijl van de barok.
![]() |
![]() |
![]() |
![]() |
![]() |
![]() |
![]() |
![]() |
![]() |
![]() |
![]() |
![]() |
![]() |
![]() |
![]() |
![]() |
![]() |
![]() |
![]() |
![]() |
![]() |
![]() |