WET samples reproduceren de orgelklank niet

WET samples zijn opnamen van microfoons die op grote afstand van het orgel waren geplaatst. Door het tijdverschil tussen toets drukken en pijptoon horen is de reden, dat de typische eigenschappen van de pijptonen niet zijn te horen. De toon komt van verre op de toehoorder af. Een groot verschil met de organist in de kerk die de toon onmiddelijk hoort. Dat is ook noodzakelijk is om te kunnen spelen. Amateurs die een orgeltoon slechts kennen van het beluisteren in de kerk, weten niet dat het bij de organist totaal anders klinkt.

Werking van de nagalm

In de kerk spelen
Zodra de pijp een toon geeft volgt meteen de eerste weerkaatsing tegen de nabij gelegen wanden en zuilen, daarna volgen weerkaatsingen tegen verderweg liggende objecten. Deze weerkaatsingen maken de klank breder en voller tot het in de verte uitsterft. Dit is een essentieel voor het bespelen van een orgel, de organist zit bij de bron en alleen vanaf deze plaats is het zwellen van de klank te horen.

In de huiskamer spelen
Als de organist thuis aan het Hauptwerkorgel hetzelfde wil belevenals de organist in de kerk, moeten toon en nagalm hetzelfe proces ondergaan. Dat kan met DRY samples, want die worden dicht bij de pijpen opgenomen en galm uit een Impulse Response opname, want door Convolutie ontstaat daaruit een kopie van de akoestiek van de kerk. Zo krijgt de toon uit een DRY opname een aanzwellend effect.


Grote bestanden

In een DRY opname is het volledige gedrag van de toonvorming in de pijp gedurende 10 - 20 seconden vastgelegd. Staccato of legato aanslaan laat andere gedragingen van de toonvorming horen. Dit is allemaal in de sample vast gelegd en daarom vormen de samples een groot bestand. Het enige dat een organist ervan merkt, is de tijd die nodig is om van orgel te wisselen. Maar waarom zou het zin hebben om vaak van orgel te wisselen?
                Magistrale klanken met een diepe Gravität vragen een grote geheugenruimte.

Twee kanalen
(stereo) met DRY samples laten de klanken horen die exact hetzelfde zijn, als de klanken die de organist aan de speeltafel hoort. Met de akoestiek uit de Convolutiegalm geven het kerkorgel volmaakt weer. Alles wat daaraan wordt toegevoegd is overbodig en doet afbreuk aan de werkelijke orgelklank.

Surround

Surround geeft avonturenfilms een realistisch effect. Een auto die met grote snelheid van links komt en rechts weer verdwijnt, laat het de toeschouwer helemaal meebeleven. Pijpen plegen echter op hun plaats te blijven staan. Slechts wanneer ik binnen de orgelkast zit om pijpen te intoneren, hoor ik in welke richting ik ze kan vinden. Buiten de orgelkast is dat niet vast te stellen; de orgelkast heeft de functie alle pijptonen te mengen en als één bron van klanken weer te geven. Een verdeling in C en Cis lade is gedaan om het gewicht van de zware pijpen gelijkmatig te verdelen. Maar de kast van het orgel heeft tot taak alle klanken te mengen en ze daarbuiten als één bron van klanken hoorbaar te maken.

Twee orgels in de kerk van Bedheim

In Bedheim (Oost-Duitsland) staat er een orgel voor in de kerk en een orgel achter in de kerk. De speeltafel van het orgel voor in de kerk heeft een tweede klavier om het orgel achter in de kerk te bespelen.

De akoestiek werkt hier zo perfect, dat nergens is vast te stellen uit welke richting een orgel klinkt. De registers van beide orgels zijn samen te gebruiken. Ik koos registers uit beide orgels om een plenum samen te stellen; de klanken versmelten volledig met elkaar.

Met surround staan de luidsprekers over de kamer verdeeld. Bij elke klank is de richting waar het geluid vandaan komt aanwijsbaar. Het verschil met een kerk is, dat een goede akoestiek de klanken laat horen zonder dat de richting kan worden vastgesteld; ze zijn overal aanwezig. Convolutiegalm uit een IR opname is een kopie van de kerkakoestiek.

             DRY samples plus IR galm geven het kerkorgel volmaakt weer

Luister nooit met een koptelefoon     

Een organist die met een koptelefoon luistert, krijgt geen goede indruk van de klanken. Een koptelefoon sluit de omgeving af, maar om klanken te kunnen beoordelen moeten ze juist worden beluisterd in verhouding tot de omgeving. Vergelijk het met een schilder die meer nodig heeft dan een lamp op het onderwerp en een op het doek. De hele omgeving moet helder verlicht zijn om kleuren en lichtcontrasten te kunnen beoordelen.

Om klanken te kunnen beoordelen, moet het orgel in een zo groot mogelijke ruimte worden beoordeeld. Een kleine kamer is ongeschikt om een orgel te bespelen. Deze stelling heb ik bewezen met experimenten in het audiolab van Philips in Waalre.

Een grote kans op gehoorschade is nog een belangrijke reden om nooit een koptelefoon te gebruiken. Dat is gebleken uit onderzoek van de Erasmus Universiteit van Rotterdam en de Katholieke Universiteit van Leuven. Een groot volume dicht bij het oor waargenomen veroorzaakt een blijvende gehoorschade, maar een lager volume over een langere tijd beluisterd heeft hetzelfde effect.

De samples bevatten de luide klanken van het orgel in de kerk, daarom zal het beluisteren met een koptelefoon altijd tot gehoorschade leiden. Voor een organist is zijn gehoor van levensbelang en is het onverstandig om een koptelefoon te gebruiken. De gehoorschade kan optreden in de vorm van het slechter waarnemen van bepaalde toongebieden, maar vaker nog treedt Tinnitus (oorsuizen) op. In alle gevallen is gehoorschade niet te genezen.


De samples van Organ Art Media worden door Helmut Maier op grote afstand van de pijpen opgenomen en hij beoordeelt de klanken met een koptelefoon. Nadrukkelijk wordt de gebruiker aangeraden om ze ook met een koptelefoon te beluisteren. De lange echostaarten heeft hij zo gesampled, dat ze niet ingekort kunnen worden. Zijn samples wijken sterk af van de oorspronkelijke klanken en zijn niet te verbeteren door ze te intoneren. Convolutiegalm van IR opnamen wil hij niet toepassen. De gesprekken die ik met hem heb gevoerd hebben niet tot een betere kwaliteit gevoerd. Dit prutswerk wil ik niet horen en daarom heb ik zijn sample sets afgeschreven en uit mijn Hauptwerkorgel verwijderd.

  Deutsch
   English
v
Gratis boek

Het boek over het intoneren van Hauptwerk samples worden gratis toegezonden als het wordt aangevraagd met vermelding van het
volledige post adres.
                         mail naar: John Boersma
Hauptwerk

Om thuis een toon te kunnen horen zoals deze klinkt in de kerk, wordt van elke pijp een langdurige opname gemaakt. Door de fluctuerende wind is de toon voortdurend in beweging en ontstaat er een levendig karakter dat bij elke pijp anders klinkt. Het hele opname proces wordt in een digitaal geheugen – de Sample – vastgelegd.

Een sample is dus een volledige kopie van de pijptoon. Elke nuance van de toon die de organist bij het concert speelt, komt overeen met de klanken die hij of zij thuis al op het Hauptwerkorgel hadden gehoord. Zo kan er perfect worden gestudeerd.

In de kerk zit de organist dicht bij het orgel en hoort de toon onmiddellijk en op korte afstand, nog voor de eerste weerkaatsing van de akoestiek optreedt. Daarna volgen weerkaatsingen op grotere afstanden en ontstaat de galm die de tonen voller laat klinken tot ze in de verte uitsterven.

De weergave op het huisorgel moet hiermee overeenkomen. De akoestiek van de kerk is via een IR opname naar het huisorgel overgebracht. De toon begint op korte afstand van de organist, wordt dan voller in de akoestiek en sterft uit. Ook hier komen de weerkaatsingen van de akoestiek na het klinken van de toon op dezelfde wijze als in de kerk.

Alle samples te samen vormen de sample set. Het is een groot bestand dat twee minuten laadtijd nodig heeft om het te kunnen bespelen. Dan is er een perfecte weergave van de klanken uit de pijpen te horen. Elke nuance van de fluctuerende wind is hoorbaar en laat de levendigheid van de tonen horen. Het windmodel wordt uitgeschakeld, dat klinkt onecht en goed opgenomen samples hebben deze nepgeluiden niet nodig.

Naast het Hauptwerkorgel staat mijn pijporgel en veel organisten hebben de klanken kunnen vergelijken om vast te stellen dat klanken uit samples niet verschillen van klanken uit pijpen. Bij het vergelijken was de akoestiek van Hauptwerk uitgeschakeld en werden slechts droge tonen gehoord.

Functie van het Windmodel

Vaak krijg ik e-mails met het verzoek om uit te leggen wat een windmodel is. De toon uit een pijp fluctueert en daardoor klinkt een toon levendig. Het is een belangrijke eigenschap van elk blaasinstrument, zoals fluiten, hobo’s en de overige blaasinstrumenten van een orkest. Duizenden orgelpijpen heb ik gemaakt en elke pijp heb ik meteen beproefd. De ruis mag niet te veel zijn, want de windenergie moet volledig worden omgezet in geluidsenergie. Onvolkomenheden kunnen zich wel voordoen en worden hersteld om de toon zo zuiver mogelijk te laten klinken. Maar een zuivere toon is geen starre toon, de fluctuaties horen onverbrekelijk bij de toon en zorgen voor de levendigheid van de klank.

Wanneer de tonen worden opgenomen voor een sample set moeten de fluctuaties ook in de sample worden opgeslagen. Bij de nabewerking is het de kunst van de sample maker om ongewenste ruis en bijtonen te verwijderen zonder de fluctuaties aan te tasten. Helaas gaat het daar vaak mis en zijn met de bijtonen ook de fluctuaties verdwenen. Het maken van samples van een orgel is een moeilijk vak, waar de vakkennis van intonateurs van orgelpijpen voor nodig is.

Het ontbrekend van de fluctuaties maakt de toon star en dat wordt gemaskeerd door een technische truc. De versterker die de toon doorgeeft wordt gemoduleerd met een snel wisselend signaal die het volume laat variëren. De toon met de nepfluctuaties kreeg de naam het windmodel. Het is voor mij als professioneel orgelbouwer onbegrijpelijk, dat organisten het verschil niet horen. Het kunstmatige effect gaat gauw vervelen.

Wanneer ik een sample set heb geïnstalleerd is de eerste handeling het uitschakelen van het windmodel.

start
huisorgel
hauptwerk
stertzing
reil
leens
martini
noordbroek
duren
alessandria
oloron
arnstadt
baumeister1
buckeburg
prytanee
convolutie
intonatie
boekenhw
contact
tafelpositief
boeken over orgebouw
prestant
linkedsites
Klanken uit Hauptwerk samples

Tonen uit pijpen
Wanneer de wind uit de kernspleet langs het bovenlabium stroomt, ontstaat er een onderdruk in de pijp, die de wind naar binnen trekt. Het resultaat is een overdruk die de wind naar buiten duwt. Het effect van tegengestelde windstromen geeft een duidelijk hoorbaar accent zoals een s- of een k-geluid, waarna de toon klinkt. Het is vergelijkbaar met een klinker voorafgegaan door een medeklinker. Net als bij spreken krijgt een klinker betekenis wanneer deze wordt voorafgegaan door een medeklinker. Dit is een belangrijk effect voor de organist; het geeft expressiviteit aan de toon. Hij moet het horen voordat de eerste reflectie van de galm hoorbaar wordt.

Akoestiek
Door de reflecties in de akoestiek ontstaat de nagalm die de toon meer volheid geeft. De galm begint zodra de toon klinkt en wordt herhaald door reflecties op steeds verder weg liggende objecten. Een aangehouden akkoord wordt door de resonantie hoorbaar voller, het krijgt meer glans en vult de hele ruimte tot de galm zwakker wordt en in de verte uitsterft.

In Hauptwerk wordt met Impulse-Response techniek een kopie van de kerkakoestiek gemaakt en in het geheugen van het Hauptwerkorgel opgeslagen. Deze galm geeft de tonen van de DRY samples hetzelfde effect van toenemende resonantie als de akoestiek van de kerk geeft aan de pijpklanken.

Een Hauptwerkorgel heeft aan twee kanalen met DRY samples voldoende om een identieke kopie van het kerkorgel te zijn. De nagalm volgt een andere weg en wordt in het Hauptwerkorgel met de klanken samengevoegd.

          van Impulse  via  Response  naar  Convolutiegalm      =    Kopie van de Kerkakoestiek

De juiste manier om de akoestiek van de kerk over te brengen naar de huiskamer is een kopie maken van de kerkakoestiek. Het is een methode die elke musicus kent. Van elk muziektheater in de hele wereld zijn door Audio Ease in Utrecht opnamen gemaakt door een sterke Impulse te laten klinken en de akoestische weerkaatsingen als Response naar een computer te voeren. Die slaat het akoestische gedrag op in een geheugen. Elke klank die via dat geheugen wordt weergegeven, klinkt alsof het in die ruimte heeft geklonken. Het moduleren van de klank op de galm heet Convolutie. Zo kan een musicus thuis studeren in de akoestiek van het gebouw waar hij gaat optreden.

IR opnamen
Hauptwerk beschikt over Impulse-Response opnamen. Jiri Zurek heeft van een groot aantal kerken een IR galm opgenomen om in Hauptwerk te gebruiken. Door deze galm aan DRY samples toe te voegen, heeft de huiskamer de oorspronkelijke akoestiek van de kerk. De tonen uit de samples ondergaan dan dezelfde effecten als de tonen uit de pijpen in de kerk, ze worden voller en krijgen glans.
De organist herkent het als de natuurlijke akoestiek die hij gewend is bij het orgel in de kerk te horen.